Nederlanders halen verdedigingsmiddelen in huis
Steeds meer Nederlanders halen na een inbraak of een inbraakpoging verdedigingsmiddelen in huis. Dat heeft onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken uitgewezen.
Meer dan de helft (54%) van de 850 ondervraagden heeft aangegeven dat ze een verdedigingsmiddel tegen inbrekers in huis hebben. In 2015 was dat nog 46% van de ondervraagden die een inbraak hadden meegemaakt. Het merendeel heeft een honkbalknuppel, een hockeystick of een grote zaklamp aangeschaft om inbrekers te lijf te kunnen gaan. Deze voorwerpen liggen veelal onder het bed of ergens binnen handbereik in de slaapkamer. Op de tweede plaats staat de hond als afschrikkende bewaker en een nog kleiner percentage heeft inmiddels een mes of, illegaal, pepperspray aangeschaft. Slachtoffers van een inbraak, of een inbraakpoging, hebben regelmatig last van de angst dat inbrekers 's nachts de slaapkamer binnenkomen.
Onderzoek heeft ook uitgewezen dat verdedigingsmiddelen, als honkbalknuppels en hockeysticks, niet altijd gebruikt worden. Er is toch een grens die niet iedereen overgaat om een inbreker te lijf te gaan. Een confrontatie met de indringer wordt dan ook afgeraden. Beter is het om de verlichting aan te doen en direct 112 te bellen. Omdat inbrekers ook liever een confrontatie uit de weg gaan zullen ze over het algemeen vluchten wanneer ze opgemerkt zijn.
